Mag ik je tegen u zeggen?
“Zullen we JE of U schrijven en gebruiken als aanspreekvorm in onze teksten?”
Bijna altijd wanneer ik die vraag stel, is er aarzeling. Met vervolgens een uitleg: “wij doen op een persoonlijke manier zaken, maar ja, we willen ook niemand voor het hoofd stoten. Dus doe dan toch maar u.”
Waarna ik een vragende blik krijg toegeworpen: “Of wat denk jij?”
…
U of JE schrijven? Goed voor jou om te weten: je bent niet de enige met dit eeuwige dilemma. Heel veel bedrijven stoeien met de vraag: welke aanspreekvorm gebruiken we voor klanten, prospects en relaties?
Is ook jouw bedrijf verstrikt in het web met onduidelijke regeltjes en zie je U en JE willekeurig door elkaar verschijnen in brieven, presentaties, e-mails en webteksten? Dan heb ik maar één advies.
Stop ermee.
Nu. En ik vertel je graag waarom.
Vraag je om te beginnen eens af: wie in je directe omgeving spreek jij nog aan met u? Je opa en oma, misschien tantes en ooms en iedereen van 65 jaar of ouder. Of wellicht je ouders, maar dan ben je zelfs al een uitzondering. Het ligt wel voor de hand dat je u zegt tegen onbekenden, maar dan nog zijn het altijd mensen die aanzienlijk ouder zijn dan jijzelf.
Door wie wil jij graag zelf aangesproken worden met u?
Ikzelf vind het in elk geval helemaal niks als mensen mij met u aanspreken. Allereerst omdat ik nog altijd niet wil geloven dat ik met mijn bijna veertig jaar toch echt veel velen een mevrouw ben (au!). Maar ook omdat ik het associeer met afstandelijkheid en formele verhoudingen. Als ik praat met iemand, zoek ik juist een persoonlijke connectie. Ik wil een relatie opbouwen en vertrouwen krijgen. Met iemand die mij steeds u noemt, gaat dat niet. Die ander voelt zich daar overigens vaak net zo goed ongemakkelijk bij. Of heeft minstens moeite om die stap naar tutoyeren te zetten en gaat daardoor onhandig doen of alles door elkaar gebruiken. Awkward, noemt de jeugd dat. 😉
Maar goed, tot zover mijn persoonlijke gevoel. Belangrijk is: wat levert het jou op als je de lezer tutoyeert?
- Je communiceert op gelijkwaardig niveau met je gesprekspartner. Formele barrières en etiquette vallen weg, waardoor je sneller tot de kern komt van wat je wilt bespreken. Als personen kom je nader tot elkaar. En je weet vast: mensen doen zaken met mensen.
- Je komt authentiek, betrokken en persoonlijk over, want jij communiceert met de ander op een manier die bij jou past. En beter of meer dan jezelf kun je niet worden.
- Het stimuleert een natuurlijkere schrijfvorm, die past bij hoe je ook verbaal communiceert. Dat leest lekker en zorgt er daardoor voor dat jouw boodschap beter blijft hangen. Je komt met deze schrijftaal dichter bij de ander.
Nonchalance of respect?
Ik hoor je denken: leuk, dat ge-je en ge-jij. Maar hoe zit het dan met respect? Hoor je niet gewoon een onbekende altijd aan te spreken met u? Ik vind van niet. Alles staat of valt met nuance. Net als in mondelinge communicatie. Als iemand je in een winkel met een glimlach begroet met: “kan ik je ergens mee helpen?” is dat een compleet andere toonzetting dan wanneer diezelfde medewerker terloops zegt: “Als je hulp nodig hebt, dan hoor ik het wel, hè?”. Nonchalance en respect moet je dus niet met elkaar verwarren. Ook als je kiest voor de je-vorm in je correspondentie, kun je dat met heel veel respect doen.
Durf!
Overigens, ik vind zeker niet dat de hele wereld moet overstappen van U naar JE. Want ik begrijp het volledig van de huisarts, van de hotelier, de thuiszorgorganisatie en de diamantair. En als de doelgroep het inderdaad belangrijk vindt om met u aangesproken te worden (en jijzelf ook!): verander het dan vooral niet. Maar is het in jouw organisatie ingewikkeld, niet duidelijk afgesproken en lopen de verschillende vormen door elkaar? Dan durf ik te stellen dat je eigenlijk wilt tutoyeren, maar het gewoon niet altijd durft. Tijd voor lef en keuzes dus. Ga er gewoon voor. Het zal je bevrijden. En je klanten ook.
Meer inspiratie?
In het kader van persoonlijk communiceren en het managen van verwachtingen: lees ook eens mijn blog over het maken van betere offertes. Met weinig inspanning, scoor je veel makkelijker.
Geef een antwoord